Mattheus 24:36.

Verschil in vertalingen ten opzichte van het onderwerp 'De drie-Eenheid.'  

Het fijt dat de Bijbel in zijn verschillende vertalingen niet altijd met dezelfde betekenis vertaald kan worden hoeft geen probleem te zijn. Als ik de bronnen lees, (voor zover ik ze lezen kan) dan begrijp ik dat het vertalen van zulke oude teksten heel moeilijk kan zijn. Ik geloof dan ook niet, (zoals sommige) dat de vertaalde tekst door God geïnspireerd is. De een zweert bij de Statenvertaling maar een ander houdt zich aan een andere Bijbelvertaling. Maar voor mij is alleen de oorspronkelijke tekst door God ingegeven. En het probleem is dat die oorspronkelijke tekst niet meer bestaat. Bij de tot nu toe verschenen vertalingen van de Bijbel ga ik er van uit dat de vertalers geprobeerd hebben zo dicht als mogelijk bij de oorspronkelijke tekst uit te komen. Dit hebben zij gedaan door zoveel als mogelijk verschillende bronnen met elkaar te vergelijken. Daarbij is ook het resultaat en de argumentatie van andere vertalingen meegenomen. Je kunt bij het vertalen van de Bijbel twee kanten op. Je kunt kiezen voor een zo letterlijk mogelijke vertaling. Of je kiest voor een duidelijk leesbare vertaling. Bij een zeer letterlijke vertaling komt de leesbaarheid in gevaar En bij een meest leesbare vertaling loop je het risico dat de oorspronkelijke betekenis wordt geschaad door de leesbaarheid. Wie het weet mag het zeggen. Voor de zekerheid maak ik bij mijn persoonlijke Bijbelstudie graag gebruik van twee vertalingen en dan kom ik meestal uit bij de Statenvertaling en de Nieuwe Bijbel vertaling. Stel dat die twee vertalingen enige mate verschil vertonen. Dan ga ik onderzoeken of die twee vertalingen mogelijk zo gebruikt kunnen worden dat zij elkaar aanvullen. Vaak is dat het geval. Maar als ze elkaar werkelijk diametraal tegenspreken dan heb ik een probleem. Maar dat laatste heb ik nog niet aangetroffen. Wel is er een tekst bekend waarin duidelijk is geworden dat er een compleet Bijbelvers is toegevoegd aan de ons bekende tekst. Dit heb ik onder aan deze pagina weergegeven. Maar nu lijkt het erop dat er ook een vertaalt Bijbelvers is wat uit bronnen iets heeft weggelaten. Daarbij valt op dat bij beide wijzigingen, het een tekst betreft die in zijn foutieve vorm onderbouwing van de leer over de Drie-Eenheid zou betekenen. De Drie-Eenheid is een onderwerp wat we in de Bijbel niet tegenkomen!  Ik geef u de tekst door waar het over Gaat. 

Mattheus 24:36 NBV.

Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.

Het is merkwaardig dat de onwetendheid van de Zoon niet wordt genoemd in andere vertalingen maar wel in de NBG van 51, in de Basisbijbel, de vertaling van de KBS, NBV en ook in de Engelse vertalingen. 

De studie Bijbel van de Herziene Statenvertaling de HSV. 

Eigenlijk was ik benieuwd naar het commentaar van de HSV  Studiebijbel. En dat is toch wel bijzonder. Om geen plagiaat te plegen geef ik dit commentaar weer met mijn eigen woorden. Als u mij wilt controleren, (wat ik verstandig zou vinden) dan moet u dus zelf even meelezen in de Studiebijbel van de HSV. 

Het commentaar over Mattheus 24:36.

HSV Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.

Met eigen woorden: Wat mij opvalt bij het commentaar van de HSV Studie Bijbel is dat zij niet verklaren naar de tekst van de HSV maar naar de tekst zoals die Juist niet in de HSV wordt weer gegeven. Ik geef u twee weergave van de tekst:

HSV Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.

NBV Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.

Dus dat de Zoon het ook niet weet blijkt niet uit de tekst van de HSV. Toch gaan zij in hun verklaring daar nader op in. Dat vind ik vreemd. Waarom zou je in de tekstverklaring iets uitleggen wat niet blijkt uit de tekst? Daarbij maken zij een onderscheid tussen wat Jezus weet van uit zijn Goddelijkheid en wat Hij kan weten van uit zijn menselijke natuur. Deze scheiding tussen de twee naturen vindt men nodig om te verklaren hoe Jezus zowel God is als ook mens. Zo is Jezus dus volgens dit inzicht een twee eenheid in zichzelf. Enerzijds is Hij God en almachtig en alwetend en als zodanig ook volkomen één met de Vader en de Heilige Geest, want er is immers maar één God. Zo zegt men. Anderzijds is Hij mens en als zodanig kwetsbaar, zwak en in Zijn kennis beperkt. Dat is althans de conclusie van de Theologie. Maar wat zegt de Bijbel? Staat er ergens in de Bijbel dat Jezus als God almachtig is en als mens kwetsbaar? Dat heb ik nog niet zo gelezen in de Bijbel. Er staat wel het volgende:

Mattheus 28:8b HSV.

Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Deze macht is hem gegeven. Dat wil zeggen dat Hij deze macht niet van zichzelf heeft maar uitvoert namens zijn hemelse vader.

We hebben dus te maken met de Bijbel en met Conclusies die getrokken worden nadat theologen de Bijbel gelezen hebben en antwoorden hebben gezocht op vragen die door het lezen zijn ontstaan. Die antwoorden zijn dan niet rechtstreeks uit de schrift op ons afgekomen maar door middel van het denkwerk van onze theologen, Zij komen op die manier met een aanvulling op de schrift. Mag dat? Is het niet beter om de eventuele vragen te laten bestaan of een duidelijk antwoord te zoeken in de schrift buiten onze doorgeredeneerde inzichten om. Ik hoop binnenkort nog terug te komen op de tekstverwijzingen die gebruikt worden bij de voornoemde theologische conclusies.    

Heelbelangrijk bij de uitleg van de HSV Studiebijbel zijn de conclusies die getrokken werden op het concilie van Chalcedon in het jaar 451. Stonden die conclusies maar zo in de Bijbel, dan had ik een oplossing voor mijn probleem.

Bron:

https://www.aadbakker52.com/openb-1-1-17

https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/matthe%C3%BCs/28 


1 Johannes 5:7

SV. [7] Want Drie zijn er Die getuigen in den hemel de vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één. [8] En drie zin er op de aarde: de Geest en het water, en die drie zijn toto één.

NBV. [7] Er zijn dus drie getuigen. [8] de Geest , het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend.

Commentaar van het CvB.  

De woorden 'in de hemel' (vs. 7) tot en met 'op de aarde' (vs. 8) behoren niet tot de Griekse tekst van het NT, Maar stonden wel in de Latijnse kerkvertaling ( de zgn. Vulgaat). Onder kerkelijke druk heeft Erasmus in 1522 deze woorden, het zgn. Comma Johanneum, toegevoegd aan de door hem uitgegeven versie van de Textus Receptus (TR). De oorspronkelijke tekst in vs.7 en 8 is: 'want er zijn drie getuigen: de Geest  en het wateren het bloed en die drie zijn tot één. De toegevoegde woorden zijn mogelijk afkomstig uit een oud Latijns commentaar, dat benadrukte naast het drie-enig getuigenis van Geest, water en bloed, er ook een hemelse Drie-eenheid is nl. Vader Zoon en Heilige Geest.