Zegen/vloek Jesaja 1:5-6.

Geslagen Jesaja 1:5-6. In twee vertalingen:

Statenvertaling: [5] Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, het ganse hart is mat. [6] Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan het zelve aan het zelve; maar wonden en striemen en etterbuilen, die niet uitgedrukt nog verbonden zijn, en geen der zelve is met olie verzacht.

Nieuwe Bijbelvertaling. [5] Ben je genoeg geslagen, verzet je je nog altijd? Heel je hoofd doet pijn, heel je hart is ziek. [6] Van voetzool tot kruin niets is ongeschonden: een en al wonden, Builen en striemen, niet verbonden, niet verzorgd niet met olie verzacht.

Als we het geen wat hieraan voorafgaat in dit hoofdstuk erbij nemen (https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/jesaja/1)  dan wekken deze Bijbelverzen de indruk dat het gaat om iemand die veel slaag heeft gehad, daardoor schade heeft opgelopen. Daarbij wordt een beeld gebruikt als of het gaat om één persoon, maar het gaat in feite over het hele volk van Israël. En dan is de conclusie dat al die schade geen verandering in gedrag teweeg heeft gebracht. Het is dus de vraag of het zin heeft met deze bestraffingen door te gaan. Daarom citeer ik; SV. “Waartoe zoudt gij meer geslagen worden” NBV. “Ben je genoeg geslagen, verzet je je nog altijd?” Als de SV dan zegt: Gij zoudt des afvals des te meer maken;” Dan blijkt daaruit dat al die bestraffingen geen positief resultaat hebben gehad en dat bij de voortgang van deze bestraffingen ook geen positief resultaat te verwachten valt. Als eenvoudig mens kun je dan de vraag stelen; ‘Heeft het nog wel zin om met de bestraffingen door te gaan?’ Toch is dit wat het volk van Israël in het vooruitzicht was gesteld.

Om dat het niet is toegestaan delen van de Bijbeltekst eindeloos over te nemen leek het mij goed de volgende tekst weer te geven met mijn eigen woorden. Voor mij een leuke oefening en de lezer kan mijn interpretatie beoordelen. U zegt: maar dat is toch van de gekke, om dat hele Bijbelhoofdstuk over te schrijven? Misschien heeft u daarin gelijk. Maar om goed te begrijpen waarom de toestand van Godsvolk Israël zo geworden is als beschreven in Jesaja 1:5-6. Is het nodig om goed kennis te nemen van Deut. 28.    

Deuteronomium 28. Met eigen woorden.

AJB. [1] En het zal gebeuren als u nauwkeurig zult luisteren naar het woord van uw God en als u zult doen wat Hij zegt dan zal de Heer uw God u de als volk de belangrijkste plaats geven onder de volken. [2] En omdat u handelt naar Zijn woorden zal Hij u zegenen: [3] Gezegend zult u zijn in de stad en op het platteland. [4] U zult gezegend worden door de kinderen die u krijgt, door de vruchtbaarheid van het land, en door de jonge dieren die bij u geboren zullen worden. [5] U zult ruimschoots over brood en honing kunnen beschikken. [6] bij alles wat u doet zult u Gods zegen ervaren. [7] U zult zien dat al u vijanden verslagen zullen worden, als zij u langs een weg aanvallen zullen ze langs vele wegen voor u wegvluchten. [8] U zult merken aan de voorraden die u zult opslaan in uw schuren en aan alle arbeid die u uitvoert hoe u door God gezegend bent. [9] De Heer zal al zijn belofte ten opzichte van u waarmaken en van u een volk maken wat in alles bij hem hoort. Om dat u de geboden van u God naleeft en om dat u voortgaat op de weg die Hij u wijst. [10] Alle andere volken zullen constateren dat God met u is en u met respect behandelen. [11] De almachtige zal ervoor zorgen dat er in het land wat Hij u heeft beloofd vele grote gezinnen leven en uw veestapel zal veel jongvee voortbrengen. Want dat heeft Hij immers aan uw voorouders beloof. [12] De Heer zal zijn goedheid aan u in alles laten blijken. Het zal op gezette tijden regenen op uw land en u zo zegenen in al uw werk op het land, zelf zo dat u van uw oogst zult uitlenen zonder dat het voor u nodig is om bij een ander iets te lenen wat u nog nodig heeft. [13] Door God krijgt u de voornaamste plaats onder de volkeren om dat u gehoor zult geven aan de geboden van de Heer uw God zo als ik (Mozes) vandaag aan u doorgeef. [14] Daarom is het van belang dat u op geen enkele manier afwijkt van de geboden afwijkt door bijvoorbeeld ander goden te gaan dienen.[15] Maar als u aan de woorden van God geen gehoor zult geven dan zullen de volgende vervloekingen over u komen!  [16] Alles zal tegenzitten zowel in de stad als op het land. [17] De oogst die u binnen haalt en het deeg waar u uw brood van wil bakken zal waardeloos zijn. [18] Uw kinderen de geboren worden en de opbrengst van uw veeteelt zal in alles tegenvallen. [19] Waar u ook naartoe gaat alles zal tegenzitten. [20] De heer zal u vervloeken en alles in de war sturen en u zult met vele vijanden te maken krijgen. Om dat u geen gehoor heeft gegeven aan Zijn woorden zult u spoedig ernstig in de problemen komen. [21] Er zullen vele besmettelijk ziekten zijn tot dat u nagenoeg vernietigd wordt in het beloofde land.

En zo gaat het nog even door in Deuteronomium 28. De rampspoed die over Israël komt als zij God verlaten, zoals beschreven in          Jesaja 1:5-6.  

 Onderwerp: zegen/vloek.